Skip to main content

Vaar Wel

Bob Heeren | storyteller
18 december 2015
December 2014. In het dagboek op mijn iPhone staat: “Thuis is het warm en vooralsnog veilig. Zolang er niets gebeurt is er hoop.”

De volgende dag lees ik:

“Gordijnen open. Schemeren, noem ik dat altijd. Al is dat een rare uitdrukking voor als het ochtendlicht binnenstroomt. Haar tong voelt dikker dan normaal en ze is boos. Kwaad omdat er geen vooruitgang merkbaar is. Ik voel me een toeschouwer die weet dat hij niet in staat is het spel te veranderen. Ik zou de video vooruit willen spoelen, het boek op de laatste bladzijde open willen slaan.”

December 2015. Het is donker buiten. Het boek is uit. Het is vijf maanden geleden dat de ziel uit het lichaam van Marieke vertrok. Naar huis, zoals ze eerder die dag had opgeschreven. Sindsdien zoek ik naar een teken van haar leven aan die andere kant. Mijn kinderen hebben al van hun moeder gedroomd. Ik moet het hebben van “toevallige” liedjes, die ik hoor als ik de radio aanzet. Over het rouwproces had ik het nodige gelezen. In de praktijk blijkt het voor mij toch anders te liggen. Het is niet één gevoel. Er zijn emoties die naast elkaar en door elkaar heen bestaan. Alsof een rivier met wrakstukken die her en der daarin verspreid liggen door me heen stroomt. Soms blijft iets even bij mijn hart steken, om daarna weer los te schieten. Soms komt er veel tegelijk, een andere keer blijft het water kalm en lijkt alles normaal.

Vandaag schrijf ik een verhaal voor mijn website. Waarop ik sinds het overlijden geen nieuwe blogs heb gepubliceerd. Ik heb me voorgenomen dat in het nieuwe jaar weer te gaan doen. Over alles wat me als advocaat, mediator, anderhandelaar, zanger, presentator en vooral als Bob, de schrijver, bezig houdt. Nog een keer wil ik in 2015 naar 2015 omkijken. Niet dat ik Marieke ooit zou willen, mogen of kunnen vergeten. Maar 2016 zal toch het eerste kalenderjaar zonder haar zijn. Na 23 bijzondere jaren.

Het voelt als de start van een nieuw leven, een nieuw begin.

Ik zie mezelf als een boot op een eindeloze zee, temidden van ontelbare andere boten, die ieder hun eigen koers varen. Soms samen, soms alleen. Zo’n boot is dusdanig uitgerust dat die de nodige storm en regen kan weerstaan. Ook een aanvaring op zijn tijd betekent niet dat de boot per se hoeft te vergaan. Integendeel: het maakt de boot vaak sterker en vooral slimmer. De boot wordt aangedreven door twee belangrijke krachtbronnen. Ten eerste: het eigen licht dat van binnen schijnt. Ten tweede: het licht van anderen dat jouw licht weer kan doen ontvlammen.

Ik denk er aan dat het donker nodig is om het licht te kunnen onderscheiden. Marieke is mijn lichtend voorbeeld als het gaat om het hebben van vertrouwen in het eigen licht. Ook al weet je nooit waar je boot naartoe vaart. Verder heb ik dit jaar de warmte van andere mensen gezien en gevoeld. Het licht van de andere boten dat mijn boot overeind heeft gehouden. Het licht van anderen dat me eraan herinnerde dat het licht in mij mocht schijnen.

Wie één enkele lucifer aansteekt als het helemaal donker is, verlicht daarmee een heel gebied. Zo kan het licht van de ziel van één enkel mens een omgeving vol duisternis en verdriet in vuur en vlam zetten. Moet je eens bedenken wat er gebeurt als zoveel mooie zielen hun licht over jou laten schijnen!

De warmte en aandacht voor elkaar opent harten. Dat lijkt alleen maar ingewikkeld om te doen. Je denkt gewoon: “Ik open mijn hart” en voelt dat een grote en onverklaarbare warmte zich in je borstkas verspreidt. Van Herman van Veen is de uitspraak: “Daarom sprak Jezus: “Heb uw vijanden lief”, want liefde is sterker dan haat.”

In de Hawaïaanse wijsheidsleer Huna bestaat een eeuwenoud vergevingsritueel, dat Ho’oponopono heet. Het betekent letterlijk “goed goed doen” (‘ho” is “doen” en “pono” is goed). Ho’oponopono is liefde in beweging. Je vergeeft jezelf en anderen dat je elkaar ooit hebt gekwetst of niet hebt geholpen. Je reset als het ware je eigen innerlijke processor. 

Ho’oponopono gaat uit van het gegeven dat iedereen met elkaar door energie is verbonden.

In 1983 werd de Hawaïaan dr. Ihaleakala Hew Len gevraagd om op de psychiatrische afdeling van de staatsgevangenis Kaneohe op Hawaï te komen werken. Daar verbleven dertig gevangenen met ernstige psychische stoornissen. Er was een tekort aan personeel, want niemand wilde er graag werken. Hew Len sprak af dat hij alleen de ziekteverslagen zou lezen en dat hij de gevangenen dus niet zou spreken of ontmoeten. Gedurende vier jaar lang las hij meerdere keren per dag de ziekteverslagen van de gevangenen. Hij vroeg zich af: wat is er in mij aan duisternis, negativiteit en geweld, dat zoiets kan bestaan?

Iedere keer als Hew Len naar aanleiding van die innerlijke vraag boosheid, verdriet, angst, haat, jaloezie en andere schaduwkanten van de mens had ontdekt sprak hij vier zinnen uit:

Het spijt me.
Vergeef me, alsjeblieft.
Ik houd van je.
Dank je wel.


Op deze manier maakte Hew Len zijn hart en bewustzijn als het ware schoon. Na anderhalf jaar veranderde de sfeer in het ziekenhuis. Geen van de gevangenen droeg meer handboeien. Er waren minder zieken onder het personeel. Na vier jaar waren alle gevangenen genezen. Hew Len zei dat hij alleen de volledige verantwoordelijkheid voor de aanwezigheid van gevangenen in zijn leven had genomen. Voor de volle honderd procent. Waardoor een merkbare verandering was opgetreden.

Het was Marieke die mij de leer van Ho’oponopono deed ontdekken. Nu zegt haar stem in mij dat ik verantwoordelijkheid mag nemen voor de aanwezigheid van ziekte, pijn, verdriet, afwijzing en andere negatieve gevoelens in de levens van de mensen om mij heen. En van mijzelf. 

Ik doe mijn ogen dicht. Ik zie Marieke voor me. Ze staat op een rots bij de zee. Ik stap in mijn boot, die op het punt staat te vertrekken. Die me verder zal varen op mijn reis door dit leven. Totdat ook ik weer thuis zal zijn.

“Vergeet niet dat ik een engel op je heb afgestuurd”, hoor ik haar zeggen. Ik zie haar staan. Ze lacht. Schatert. Zwaait. Haar stem is helder. Onaangetast. Ze geeft licht. Het is alsof er overal licht is. “Je moet verder varen”, zegt ze. "Doe het goed, vaar wel." 

Ik voel hoe de boot zich in beweging zet. Langzaam maar zeker wordt haar silhouet kleiner, vager. Om daarna op te lossen in mijn borstkas.

Ik pak een pen en schrijf, met de muziek van Roger Whitaker's "The Last Farewell" in mijn achterhoofd:

Kijk, mijn schip ligt hier
En jij staat aan de kade
Ik moet op reis
En jij blijft veilig thuis
Ik roep naar jou
Om hulp en om genade
En jij zegt mij zoiets als
Kracht naar Kruis
Ik zal nu verder zonder jou vertrekken
Maar je vaart toch in mijn hart steeds met me mee
Want jij bent schitterend
En ik zal van je houden
Veel meer nog dan een woord vertellen kan
 

Dan doe ik mijn ogen open.

Het is december en ongewoon warm voor de tijd van het jaar.


# Hits: 842