Skip to main content

Schön ist es in Den Haag zu sein

Bob Heeren | spreker
01 januari 2013
Wie tot de Haagse Balie behoort is niet zomaar een advocaat. Jarenlang werd gezegd dat een advocaat uit het arrondissement Den Haag "advocaat was bij de Hoge Raad der Nederlanden".
Dat sneed in zoverre hout dat merkwaardig genoeg alleen advocaten uit dat gebied proceshandelingen bij die hoogste rechter konden verrichten.

Dat is nu anders en ook de rechterlijke indeling is gewijzigd. De Hoge Raad zit nog wel in Den Haag en ik hoorde vakgenoten laatst zeggen dat we dus nog steeds "advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden waren". Die opmerking vond ik exemplarisch voor de behoefte aan traditie die althans ik nog veelvuldig in met name Den Haag zelf tegenkom.

Die traditionele houding gaat gepaard met ingehouden omgangsvormen. Het is beleefd, formeel en zeker niet uitbundig. Men spreekt elkaar aan met "amice" of "confrère". Vrouwelijke tegenpleiters worden "amica" of "collega" genoemd. Het verschil tussen de eerste en de tweede benaming is de mate van vertrouwelijkheid. "Vriendjes en vriendinnetjes" zijn "amice en amica", de rest confrère en collega.

De harde kern in Den Haag kent elkaar en weet wat men van de ander kan verwachten. Elk jaar vinden dezelfde activiteiten plaats, zoals de feestelijke sluitingszitting, waarop een lid van de balie in (jawel) de Hoge Raad der Nederlanden een toespraak of beter geschreven: referaat houdt en waar het de gewoonte is dat de toehoorders in toga verschijnen.

Ook het Baliecabaret maakt onderdeel uit van deze jarenlange traditie. Eigenzinnig als ik ben liet ik mij, ondanks mijn liefde voor het schrijven en zingen van teksten, niet tijdens die cabaretvoorstellingen zien maar rommelde ik wat met collega's (nee, met amici en amicae) in Leiden.

Dat veranderde toen ik vijf jaar geleden door een Leidse confrèrewerd gevraagd om tijdens het Lustrum van de Haagse Balie op te treden met Leidse succesnummers.

Wie in dit verband bij mij een soort Asterix-gevoel meent waar te nemen heeft gelijk. Ik heb het ook wel eens in een van mijn Leidse liedjes verwerkt. De kleine dappere vestingstad die het tegen het "Rome" van Den Haag opneemt. Het enige verschil met de strips van Uderzo en Coscinny was, dat Den Haag die strijd met Leiden niet zo zag en dat die zich dus met name in mijn hoofd afspeelde.

In 2008 vond ik dat het met die imaginaire oorlog afgelopen moest zijn en zong ik mijn liedjes in Den Haag, in een theater waarvan ik de naam alweer ben vergeten. Dat was een geweldige ervaring want ook in Den Haag wordt prima meegezongen.

Op 25 juni 2013 was er weer een Lustrum Baliecabaret omdat het immers vijf jaar later was.

Ook al had ik in de loop der jaren vaak en op veel verschillende plaatsen mijn liedjes gezongen, ik moest wel even slikken toen ik hoorde dat we dit jaar in Diligentia werden verwacht.

Lang geleden, het moet in mijn tienerjaren zijn geweest, hoorde ik Don McLean in "American Pie" zingen: "And I knew if I had my chance, that I could make those people dance, and maybe they'd be happy for a while" en wenste ik dat ik daartoe ook in staat zou zijn.

In Diligentia dankte ik Don McLean en weet ik wie - de Voorzienigheid, het Universum. Want het was echt een belevenis om op dat podium te staan. Ik zong een autobiografisch liedje (Een advocaat is wat ik ben) op de melodie van Le Plat Pays van Brel. Alleen, op een kruk, met één spotlicht. Heerlijk verstild. Daarna lied over het Haagse Paleis van Justitie op de melodie van Sexbomb. Lekker rauw.

Er waren advocaten die al in 1973 hun liedjes zongen en die dat nog steeds moeiteloos deden. Knap. Er waren jaargenoten wier grappen nog steeds niet gedateerd waren. En er waren jonge raadslieden die prima zongen en zelf musiceerden. Ik had een goede avond in Diligentia. De slagroom op de taart kwam aan het slot.

Het was traditie dat amice Rupert van Heijningen, een echte Haagse advocaat met grote creatieve gaven (hij speelde ooit in Baantjer), aan het einde van een Baliecabaret het door hemzelf geschreven "Schön ist die Baliezeit" aanhief en dat de zaal dan beschaafd meezong.

Ik kreeg het van Rupert en van de leiding van het Lustrumcabaret gedaan om het lied te herschrijven. In een 2013 retro jasje, waarvoor ik de melodie: "Schön ist es auf der Welt zu sein" van Roy Black und Anita, koos.

Het kostte even bloed, zweet en tranen om een jarenlange traditie te doorbreken. Maar Haagse advocaten zijn de kwaadste niet.

Toen iedereen het lied zong dat bij een uitvoering van De Toppers niet zou misstaan voelde ik me Haagser dan ooit.

Heel leuk hier in Nederland
Dat is de rechtspraak
Die ons toch telkens weer
Verrassen kan
Gelukkig in Nederland
Is er de balie
Die daar steeds mouwen weer
Aan passen kan
Dus vonnissen, arresten en beschikkingen zijn niets
Want als een advocaat iets zegt dan wordt het pas weer iets
De leukste van Nederland
Zijn wij toch
Dus we juichen voor elkaar:
Hoera!

Schön das ist uns're Baliezeit
Anwalt spielen das macht uns kein Leit
Du und ich und der ganze Saal
Sprechen allemaal toch die selbe Taal
Mooi dat is onze Balietijd
Wij als advocaten vrijgepleit
Jij en ik en de hele zaal
Wij hebben het, ja allemaal

En als je de balie neemt
Dan is Den Haag toch
Veruit het beste wat
Je wensen kan
En als je de prijzen claimt
Daar in het Haagse
Vind je gewoon de leukste
Mensen dan
Zeg hier in Diligentia zijn wij echt entre nous
En zijn wij ons soort mensen dus bij lange na niet moe
De leukste van Nederland
Zijn wij toch
Dus we juichen voor elkaar:
Hoera!

Schön das ist uns're Baliezeit
Anwalt spielen das macht uns kein Leit
Du und ich und der ganze Saal
Sprechen allemaal toch die selbe Taal
Mooi dat is onze Balietijd
Wij als advocaten vrijgepleit
Jij en ik en de hele zaal
Wij hebben het, ja allemaal

(la, la, la - in plaats van de vier "Duitse" regels)

Mooi dat is onze Balietijd
Wij als advocaten vrijgepleit
Jij en ik en de hele zaal
Wij hebben het, ja allemaal

 


# Hits: 707
Tags: Schrijven