De staatssecretaris heeft hierover geschreven dat dus voor 1 januari 2014 een stamrechtovereenkomst getekend moet zijn. Een stamrecht betekent veelal een aanspraak op periodieke uitkeringen die huidig of toekomstig loon vervangen. Verder moet uit die stamrechtovereenkomst blijken dat het bedrag waarmee dat recht op periodieke uitkeringen wordt gekocht bij de juiste partij is ondergebracht. Tenslotte moet de ontslagdatum vaststaan. Deze moet voor 1 januari 2014 zijn aangekondigd en binnen korte termijn worden uitgevoerd. Daarvan is in ieder geval sprake als de wetttelijke opzegtermijn in acht wordt genomen.
Bij een stamrechtvrijstelling houdt de werkgever op de ontslagvergoeding geen belasting of premies in. Het geld wordt gestortt bij een verzekeraar, belegger, bank of een (eigen) stamrecht b.v. De werknemer betaalt pas belasting als er geld uit dat stamrecht wordt opgenomen. Zo wordt de belastingplicht dus uitgesteld en gespreid. Voorwaarde is dus dat het geld in de vorm van zogenaamde periodieke uitkeringen (dus in gedeelten) wordt opgenomen.Voor mensen die al een stamrecht hebben is het in 2014 mogelijk dat het volledige (resterende) tegoed van het stamrecht niet in de vorm van periodieke uitkeringen, maar in een keer wordt opgenomen. Daarbij geldt een belastingkorting van 20%. De werknemer betaalt dan maar over 80% van het (resterende) bedrag belasting. Die 80% regeling geldt echter alleen voor ontslagvergoedingen die voor 15 november 2013 zijn overgemaakt.
Komt het geld op of na 15 november 2013 beschikbaar dan kan nog wel een stamrecht worden gevestigd maar dan moet dat in 2014 in gedeelten worden opgenomen. Of anders geldt bij opname ineens in 2014 niet meer de 80% regeling.
Haast blijft dus geboden En hoe raar dat ook staat - die constatering biedt met name werkgevers voordelen. Onderhandelingen over een anders nog niet voorgenomen ontslag hebben immers nu een (extra) aanleiding.
Want een oprotpremie oppotten levert straks minder op.